De HEER zag om naar Sara zoals Hij had beloofd, Hij gaf haar wat Hij had toegezegd:

Sara werd zwanger en baarde Abraham op zijn oude dag een zoon, op de vastgestelde tijd, die God hem had genoemd. Abraham noemde de zoon die hij gekregen had en die Sara hem gebaard had, Isaak, en hij besneed Isaak toen deze acht dagen oud was, zoals God hem had opgedragen. Abraham was honderd jaar toen zijn zoon Isaak werd geboren. ‘God maakt dat ik kan lachen,’ zei Sara, ‘en iedereen die dit hoort zal met mij mee lachen. Wie had Abraham durven voorspellen dat ik ooit een kind de borst zou geven? En toch heb ik hem op zijn oude dag nog een zoon gebaard!’

Het kind groeide voorspoedig op, en toen de dag gekomen was dat het van de borst werd genomen, gaf Abraham een groot feest. Sara zag dat de zoon die Abraham bij Hagar, haar Egyptische slavin, had gekregen, spottend lachte. Daarom zei ze tegen Abraham:

‘Jaag die slavin en haar zoon weg, want ik wil niet dat mijn zoon Isaak later de erfenis moet delen met de zoon van die slavin.’ Dit voorstel beviel Abraham allerminst; het ging immers om zijn eigen zoon. Maar God zei tegen hem:

‘Je hoeft je niet bezwaard te voelen vanwege de jongen of je slavin. Alles wat Sara je vraagt moet je doen, want alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht. Maar ook uit de zoon van je slavin zal Ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
0Shares